De inruilwaarde van een auto kan niet tot op de euro nauwkeurig worden bepaald. Het is immers zo dat een waardecheck van een auto een indicatie van de dagwaarde oplevert en niet van de inruilwaarde. De inruilwaarde van de auto ligt altijd onder de dagwaarde. De dealer die de auto inneemt wil de auto natuurlijk ook nog kunnen verkopen met winst. Het is dan ook goed om je te realiseren dat je het minst voor je auto krijgt wanneer je deze gaat inruilen.
Oude auto’s worden vaak particulier verkocht in plaats van ingeruild. Het is zo dat particuliere verkoop eigenlijk altijd meer oplevert dat het inruilen. Je kunt een goede prijs voor de auto bepalen door te kijken naar wat je er zelf voor hebt betaald en door vervolgens de waardedaling van de auto te berekenen over de periode waarin jij de eigenaar van de auto bent geweest. Een andere optie is om de dagwaarde van de auto bij de RDW op te vragen en aan de hand van deze indicatie te bekijken wat een redelijke prijs voor de oude auto zou zijn. Je neemt dan de indicatie van de dagwaarde als basis en bekijkt kritisch in welke staat de auto verkeert. Zo ben je eigenlijk altijd in staat om tot een redelijke prijs te komen voor de particuliere verkoop.
Bij een auto inruilen is de waarde in zekere zin wel belangrijk, maar uiteindelijk is het zo dat de dagwaarde van de altijd hoger ligt dan de inruilwaarde. Wil je de auto toch inruilen in plaats van particulier verkopen? Dan is het goed om meerdere autobedrijven om een inruilprijs te vragen. Je zult je dan gegarandeerd verbazen over de grote verschillen in prijzen die je worden geboden. Voor oudere auto’s kunnen de verschillen oplopen tot enkele honderden euro’s, maar voor vrij nieuwe auto’s kunnen de verschillen wel duizenden euro’s bedragen. Het loont dan ook altijd de moeite om meerdere autobedrijven te vragen naar de inruilprijs die zij voor je auto willen geven.
Dave heeft een BMW 418 d Gran Coupé Executive Automaat Xenon uit bouwjaar 2014 met een kilometerstand van 50.634 km. De dagwaarde van de auto ligt op € 36.000,-. Hij wil een nieuwe auto kopen en rijdt verschillende autobedrijven langs om hen te vragen wat zij voor zijn BMW willen geven. Twee autobedrijven bieden hem € 33.000,-, een derde autobedrijf biedt hem € 31.500,- en het laatste autobedrijf dat hij bezoekt geeft aan dat hij nog € 28.750,- voor zijn auto kan krijgen. In de praktijk is het dus zo dat het Dave duizenden euro’s meer op kan leveren door te kiezen voor één van de eerste twee autobedrijven die hij heeft bezocht. Als Dave de auto particulier zou verkopen, dan zou hij tussen de € 35.500,- en de € 37.000,- kunnen vragen voor zijn BMW 418 d Gran Coupé Executive Automaat Xenon. Dit laat direct ook zien dat inruilen eigenlijk altijd de minst aantrekkelijke manier is om van je auto af te komen.